Niet dat dit een zwangerschapsblog gaat worden, want dan jaag ik mijn trouwe lezers weg.
Maar je hoort iedereen vertellen over rare goestingetje en ja die zijn er.
Zo overleefde ik de eerste weken van mijn zwangerschap op fanta en sandwichen.
Het begon tijdens onze vakantie aan de zee, waar ik tegen een uur of zeven ineens tegen M zei: “Ik heb zin in fanta.”
M. is dan het type man die zijn jas aandoet en de drie verschillende supermarkten aan zee afloopt om met een flesje koude fanta terug te komen.
I love him for it. Sindsdien was het fanta al wat de klok slaat. Weken lang dronk ik fanta op de gekste momenten van de dag en was dat ook de enige “vloeistof” die mijn lichaam wou/kon verdragen.
Ondertussen heb ik een beetje een degout van fanta…. tot grote frustratie van mijn familieleden, want iedereen had nu eindelijk fanta in huis gehaald om zwangere Alice iets te drinken te kunnen aanbieden.
De volgende verslaving heeft zich ondertussen trouwens al aangemeld, namelijk appelsap en grill chips.
Liters appelsap vliegen erdoor, ondertussen aangelengd met water, want het moet een beetje gezond blijven denken we dan maar.
En grill chips… een handje vol als ik van het werk kom om de ergste misselijkheid te onderdrukken. Enkel grills… alle andere chips maken de misselijkheid erger.
Dus grills en appelsap, de echtgenoot waakt er als een pittbull over dat deze altijd in huis zijn. Ik geef hem gelijk, ik kan misschien een klein beetje bitsig worden als ze niet in huis zijn.
En andere goestingetje, hoewel het eerder een degout was is gelukkig overgewaaid. Trouwe lezers weten dat ik een echte theeleut ben. Met een kast waar ongeveer 37 verschillende soorten thee in verblijven lijkt het me wel ok om te zeggen dat ik een thee-leutje ben. En opeens van dag op dag kreeg ik geen thee meer binnen. De ene dag stonden we in een theewinkel allerlei soorten kruidenthee voor mij te kopen, de volgende morgen kreeg ik het simpelweg niet meer binnen. 8 weken heeft die thee-degout aangesleept. En toen ik doodziek op de zetel lag en M. kwam aandraven met een theetje was mijn eerste reactie om hem door de kamer te zwieren, maar zeker niet om hem op te drinken. Ik dronk toch maar en hij smaakte en hij bleef binnen! De thee-vloek was doorbroken en ik ben ondertussen terug een vrolijk thee-leutje.
En dan is er natuurlijk mijn liefde voor alles wat ook maar een beetje zuur is. Eerlijk, ik ben altijd een grote liefhebber van zure dingen. Laat me kiezen uit iets zoet, zout of zuur en ik zal 9 van de 10 kiezen voor het zure. Maar nu er zo een klein mensje zit te groeien in mijn buik is zuur echt een passie geworden. Regelmatig komt M. mij tegen met een grote augurk in mijn handen terwijl ik door het huis wandel. (Ook om half tien s morgens ja) Maar ook likken aan een verse citroen, zure snoepjes, azijn, granaatappelpitjes,….. alles wat zuur is maakt mij extreem gelukkig. (Ook al heb ik er soms een dik uurtje later heel veel spijt van.)
Verder dan dit gaat het gelukkig nog niet. Ik heb M. nog niet op zoek gestuurd naar smoutenbollen om tien uur s avonds zoals mijn mama deed toen ze zwanger was van mij. Of op zondag besloten dat ik opgelegde haring wou eten.
Hoewel het zou kunnen gebeuren, want geuren triggeren mijn goesting. Zo was er de geur van garnaalkroketjes in de gang van het werk en de mail naar het ventje. “We eten vanavond garnaalkroketjes.” Dus het kan… maar voorlopig heeft hij nog geen extreme dingen voor mij moeten te voorschijn toveren.